Puber gaat uit, moeder sterft duizend doden

-

Als haar vijftienjarige zoon uitgaat, zit Margriet nog net niet hyperventilerend op de bank. ‘Straks jat iemand zijn telefoon en pinpas en rost hem in elkaar.’

‘Er staat hier een man in smoking met een enorme vlinderstrik en hij is op zoek naar Margriet.’ De stem van de DJ schalde door de discotheek. Die bevlinderde man was mijn vader die mij en een vriendin (we waren zestien) kwam ophalen. Hij zat in een band – vandaar die outfit. Het kwam goed uit dat hij moest optreden in de stad waar wij uit wilden, dus we hadden afgesproken om 1.00 uur buiten te staan. We waren de tijd vergeten, dus mijn vader liet gewoon even weten dat hij er was. En dat ging het meest efficiënt via de DJ. De hele dansvloer moest lachen. Mijn vriendin en ik giechelden mee. Niks schaamte, niks wegduiken. Ik was al blij dat we niet met de bus naar huis hoefden.

Terug naar het heden. Als mijn man aanbiedt onze vijftienjarige zoon op te halen van een schoolfeest in de stad, kijkt hij ons met grote ogen aan. ‘Hoezo ophalen? Ik ben geen watje. Ik fiets gewoon met vier vrienden terug. Om een uur ’s nachts, inderdaad. Iedereen mag dat, ja. En ik weet dat het vriest.’

Dan denk ik: goed zo, bikkel. Geen soft gedoe over slecht weer of koude handen. Maar ik word ook overvallen door de welbekende angst van alle ouders: dat hun kind ’s nachts wordt lastiggevallen. Mijn neefje van zeventien kreeg vorige week nog klappen van zo’n scooterjochie. En de twee meter lange zoon van een vriendin kreeg in een discotheek ruzie met een agressieve dronkenlap. Hopla, een paar tanden armer.

‘Maar mam, we zijn met z’n vijven. En als ze iets doen, dan slaan we er gewoon op.’ Ha, dat stelt mij  pas echt gerust. Ik wil niet de lullige moeder uithangen en uitwendig kalm geef ik dan maar een paar adviezen. Na het feest direct én rechtstreeks naar huis fietsen, niet antwoorden als iemand jullie aanspreekt, geef alles af wat ze willen hebben (‘Dahaag. Natuurlijk ga ik focking niemand mijn telefoon geven, doe normaal, mam’), fiets niet door die aso-achterbuurt, en hou tien procent van je telefoonbatterij over voor als je ons moet bellen.

Het feest duurt tot een uur, maar via de Find My iPhone-app zien we dat zoonlief om half een  al is vertrokken. Hij blijkt verdacht dicht bij een KFC. Ik bries: ‘Hoe verzinnen ze het. Bij die fastfoodtoko’s komt ’s nachts allemaal tuig! Ze zouden nog zó rechtstreeks naar huis gaan!’ M’n man (die wel rustig blijft) belt hem. Oh, er was ‘iets’ tussengekomen (lees: wat Kentucky Fried-kippetjes) maar hij zal echt meteen naar huis komen.

Meneertje komt pas om kwart voor twee thuis. Hem nogmaals bellen en traceren heeft niet gewerkt – telefoon leeg. ‘Ja, dat kwam natuurlijk door papa. Die moest mij zonodig bellen toen ik nog maar een paar procent had. Enne, we mochten van jullie niet snel door die aso-buurt fietsen, dus we moesten een uur omrijden. En hoezo staat er tuig bij de KFC. Wat ben jij toch altijd veroordelend. Ik ben nu toch veilig thuis? Wat is helemaal het probleem?’

Niks jongen. Helemaal geen probleem. Ik weet al wat ik doe. Ik ga een enorme vlinderstrik kopen. Dan kunnen we binnenkort eens heel hard lachen.

gifgif
Margriet Zuidgeest
Margriet Zuidgeest
Margriet (51) is getrouwd met Walter en met haar werk (journalist/tekstschrijver voor o.m. Libelle, over gezondheid). Ze moedert over twee sportieve jongens van 13 en 15. Wars van #geluksmomentjes en #lovemylife. Dol op knisperkoude wijn, tennis en gezelligheid.

RECENTE ARTIKELEN